Joyce’s angsten onder ogen zien
Terug in haar kamer draaide Joyce zich naar me toe, haar ogen vol met een bijna ondraaglijke angst. “Waarom helpen ze me niet?” – schreeuwde ze, doodsbang en verzwakt. Ik deed mijn best om haar te kalmeren. “Ze proberen ons aan onszelf te laten twijfelen,” zei ik zacht, in een poging haar gerust te stellen. Er bleef echter een verontrustende angst in mijn hoofd hangen. Alles voelde als een test waar we niet op voorbereid waren. Toch zou ik weigeren om nu toe te geven.

Joyce’s angsten onder ogen zien
Een stille verontschuldiging
Kort daarna kwam er een andere verpleegster de kamer binnen, die met voorzichtige passen liep. “Het spijt me zo voor wat je doormaakt,” mompelde ze, bijna onhoorbaar. Voordat ze wegliep, liet ze op discrete toon een waarschuwing achter: “Vertrouw niet iedereen hier.” Zijn woorden, hoewel gefluisterd, droegen een gewicht van waarheid in zich dat moeilijk te negeren was. Het was een korte interactie, maar genoeg om nog een laag mysterie toe te voegen aan deze kluwen waarin we zonder keuze waren meegesleurd.

Een stille verontschuldiging